Frieda Belinfante was succesvol als cellist, ook al had ze hier eigenlijk te kleine handen voor. Toen ze wilde optreden als dirigent, zei een vriendin: ‘doe het niet, je vergooit je reputatie’, maar ze deed het toch en kreeg lovende recensies. Ze was de eerste vrouwelijke dirigent met een eigen orkest, ‘Het Kleine Orkest’ en heeft daarmee in 1938-1940 opgetreden.
Ze was open over haar liefde voor vrouwen, ze had een relatie met de componiste Henriette Bosman, maar trouwde met een goede vriend die zei dat hij niet zonder haar kon leven. Het huwelijk hield maar vijf jaar stand.
Toen de oorlog begon wist ze meteen wat haar te doen stond. Haar broer, die met een joodse vrouw getrouwd was, pleegde zelfmoord. Frieda stopte met optreden in het openbaar en was actief als koerier, hielp onderduikers en was goed in het vervalsen van persoonsbewijzen. Om haar werk te kunnen doen, verkleedde ze zich als man, wat haar goed beviel. Ze was het brein achter de aanval op het bevolkingsregister. Na die aanslag moest ze vluchten. Via een gevaarlijke ontsnappingsroute bereikte ze Zwitserland.
Terugkomen in Nederland na de oorlog, voelde als een koude douche. Veel mensen die gecollaboreerd hadden, zaten nog in dezelfde positie. Er werd nergens over gesproken. Frieda emigreerde naar de Verenigde Staten, waar ze de rest van haar leven woonde. Ook hier maakte ze muziek, maar ook hier was het als lesbische vrouw niet makkelijk om werk te krijgen als dirigent.
Er is een oral history interview met Frieda op de website van het Holocaust Memorial Museum. Ze is dan 90 jaar en ze vertelt urenlang over haar leven, het heeft me zeer ontroerd. Een verhaal vol veerkracht en wijsheid, iemand met een zachtaardige en tegelijk strijdbare natuur.
I don’t understand people who only live for themselves. Where do you get your happiness from? What do you do with your life?
Frieda Belinfante
Er is nog veel meer te lezen over Frieda, (bijvoorbeeld hier en hier ) en er is een hoorspel over haar leven gemaakt: ‘geen noot is onschuldig‘.