Rond mijn 26e las ik de dagboeken van Etty Hillesum (1914-1943). Haar teksten gaven mij de moed om te leven. Etty was ongeveer mijn leeftijd en niets menselijks was haar vreemd. Ze worstelde met het creatieve proces, met haar hartstochten en zocht naar de zin van het leven. De dagboeken zijn tijdens de tweede wereldoorlog geschreven, maar het onderwerp van haar schrijven was vaker haar persoonlijke ontwikkeling dan de gebeurtenissen in de buitenwereld, al hield ze zich daar niet schuil voor. Ze ging vrijwillig naar Westerbork en werd vermoord in Auschwitz.
Etty is tegelijk liefdevol en eerlijk als ze schrijft over haar worstelingen, of het nu gaat om de liefde, God, politiek of om de oorlog. Ze spreekt zichzelf streng toe om verder te komen, maar straft niet af, als het toch weer mis gaat. Ze erkent haar eigen kracht maar is tegelijk heel sterk bewust van haar nietigheid. Ze neemt verantwoordlijkheid zonder daarbij over anderen te oordelen. Haar schrijven is voor mij mystiek.
Men moet ondanks de vele mensen, de vele vragen, de veelzijdige studie, altijd een grote stilte met zich meedragen, waarin men zich steeds terugtrekken kan, ook temidden van het grootste gewoel en midden in het intensiefste gesprek.
Ik fietste langs de Stadionkade vanochtend en genoot van de wijde hemel, daar aan de rand van de stad en ademde de frisse, ongerantsoeneerde lucht in. En overal bordjes, die wegen, de vrije natuur in, voor Joden versperd hielden. Maar boven dat ééne stuk weg, dat ons blijft, is ook de volledige hemel. Men kan ons niets doen, men kan ons werkelijk niets doen.
Etty Hillesum
Een aantal jaren geleden schreef ik ook een stukje over Etty Hillesum.
Met dank aan het Etty Hillesum centrum.